Op school werken we altijd met een vaste structuur. Elke dag volgen we hetzelfde rooster, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. Ze weten wanneer ze iets moeten en wanneer ze zelf iets mogen kiezen. Deze structuur wordt aangegeven met dagritmekaarten.
De dagritmekaarten kun je vinden door op de afbeelding te klikken. Je kunt dezelfde kaarten gebruiken als wij op school doen of zelf kaarten maken met je kind.
Klik op de afbeelding voor de handleiding om gratis lid te worden van de voorleeshoek.
Op deze website worden boeken voorgelezen en leren kinderen veel nieuwe woorden.
Hierboven zie je een praatplaat. Praat samen met je kind over de afbeelding. Hieronder staan enkele vragen.
Basisvragen
Hoe heet deze kamer?
Welke dingen zie je allemaal?
Wat is mama aan het doen?
Wat is papa aan het doen?
Hoeveel kinderen zitten er in bad?
Wat gebeurt er als je zeep in je ogen krijgt?
Zijn er genoeg tandenborstels voor iedereen?
Waarmee droog je je af als je uit bad komt?
Waarom zitten er tegels tegen de muur?
Waar gaat het water uit het bad naartoe?
Heb je thuis een bad of een douche of allebei?
Wat gebruik je als je in bad gaat of onder de douche?
Hoe vaak ga jij onder de douche en/of in bad?
Hoe kun je zien of er warm of koud water uit de kraan komt?
Waarom zouden ze dat erop zetten?
Heb jij thuis ook zo'n kraan of heb je een 'mengkraan'?
Welke patronen zie je op de kleren in de wasmand (stippen, streepjes, ruitjes)?
Hoe noem je het als een trui geen patroon heeft (effen)?
Hoe noem je dat deel van de wc waar je op gaat zitten?
Waarom heeft een wc een deksel?
Wat hangt er boven de wastafel?
Waar heb je die spiegel voor nodig?
Wat gebeurt er met de spiegel of de bril van papa als je in bad zit?
Waar komt het schuim in het bad vandaan?
Hoe wasten mensen zich vroeger?
Wat doe je met de handdoek nadat je je hebt afgedroogd en waarom doe je dat?
Hierboven zie je een praatplaat. Praat samen met je kind over de afbeelding. Hieronder staan enkele vragen.
Basisvragen
Wijs de slaapkamer aan.
Wijs de badkamer aan.
Hoe heet de ruimte waar je kookt?
Hoeveel verdiepingen heeft het huis?
Noem vijf dingen die in de woonkamer staan.
Noem vijf rode dingen in het huis.
Extra vragen
Hoeveel ramen denk jij dat dit huis nodig heeft?
Noem twee dingen die je nooit in een huis zult vinden.
Ra, ra, wat is dit? Het is rood, zacht en hangt aan een haakje aan de muur.